<< Click to Display Table of Contents >> Navigation: Bestand > Stambestanden > Beheren demping en lengte factoren |
In dit scherm worden de factoren beheerd welke van invloed zijn op de demping van een aansluiting.
Per vezel, las en patch wordt voor de twee gebruikte lichtfrequenties aangegeven wat de (theoretische) demping is.
Voor een vezeltype wordt de demping opgegeven per kilometer. Voor een las wordt de demping opgegeven, afhankelijk van de bij de las betrokken vezeltypen.
Een kabel is normaal gesproken opgebouwd uit een overlengte, een stukje kabel en een overlengte. (Beide overlengtes kunnen op frames, enclosures of slacks bestaan).
De lengte van een kabel kan (als deze niet in detail wordt ingevoerd) in Cocon bepaald worden op basis van de geografische lijn en daarbij opgeteld de beide overlengtes.
Deze lengte is uiteraard nog niet de correcte lengte. Een kabel ligt namelijk altijd wat slingerend in de grond en ook in de buis. Voor beide afwijkingen bestaat in Cocon een instelbare factor (Extra vezellengte door slag in buis & Extra vezellengte door slag in de grond)
De lengte van een kabel kan ook in detail ingevuld worden in het scherm “Wijzigen Span”. Zodra hier echte lengtes ingevuld worden (m.b.v. lengte in/lengte uit) worden deze waarden als waar voorondersteld en wordt hier verder geen correctie op de slag in grond of buis uitgevoerd.
Dan kan er ook nog gekozen worden om van een kabel te vertellen dat de eigenaar extern is en dat deze de lengte opgegeven heeft. In dat geval wordt deze lengte overal gebruikt en wordt er geen correctie met betrekking tot slag in de buis of grond toegepast.
Naast de lengte van een kabel, is er ook een lengte van de vezel en daarmee van verbindingen etc. Deze lengte is in principe nooit hetzelfde als de lengte van de kabel, een vezel zit namelijk gewist in de kabel en heeft daarom een grotere lengte. De mate hiervan is afhankelijk van ingestelde waarden per kabelcapaciteits-range. Er kan bijvoorbeeld voor alle kabels tot 36 vezels opgegeven worden dat deze 1% langer zijn dan de kabel zelf.
De “twist”-factor kan ook variëren per tube. In het scherm beheren kabeltypes kan per kabeltype en daarin per tube vastgelegd worden hoe groot de twist van een tube is. Het komt namelijk voor dat kabels “gelaagd” zijn opgebouwd. Bijvoorbeeld de eerste 6 tubes liggen getwist in de kern, de volgende 6 liggen daar weer getwist omheen en de volgende 6 daar weer omheen. Hierbij kan elke tube dus een afwijkende twist factor hebben. Hoe verder naar buiten, hoe groter die waarde.
Een verbindingsoverzicht op vezel 1 in tube 1 zal in dat geval een kleinere lengte opleveren als bijvoorbeeld vezel 1 in tube 7.
Als in het scherm beheren kabeltype het veld “% twist” niet gevuld wordt, zal de default waarde voor deze kabelcapaciteit genomen worden. Wordt er een 0 ingevoerd, zal er met twist 0% gerekend worden.
Als een storing wordt uitgezet met behulp van Cocon geeft een gebruiker een afstand op welke hij verkrijgt uit zijn meetapparaat.
Deze lengte moet in Cocon uitgezet worden. Hierbij moet ook de twist afhankelijk van de ingestelde waarden verrekend worden.
Bij het uitzetten van storingen in externe kabels wordt rekening gehouden met de verhouding tussen de getekende lengte en de opgegeven lengte.
In het scherm Dempingsoverzicht wordt de demping per aansluiting getoond.
Chromatische dispersie kan per kabeltype worden geregistreerd.
Wat is chromatische dispersie?
Een puls ontstaat doordat een lichtbron korte tijd ingeschakeld wordt. Dit licht bestaat uit meerdere golflengten (kleuren). Een lichtpuls bestaat dus uit meerdere kleine pulsen, elk met een eigen golflengte. Elk van deze golflengten heeft een andere snelheid in de glasvezel en komt dus eerder of later aan op de eindbestemming. Een verzonden lichtpuls wordt hierdoor breder, de flanken worden minder steil. In het ergste geval loopt de ene puls over in de andere, zodat beide pulsen niet meer te onderscheiden zijn.
Dit wordt chromatische dispersie genoemd. Dit effect is te verminderen door een laser te gebruiken, deze is vrijwel monochromatisch (slechts één golflengte). Dit in tegenstelling tot een LED die een veel breder kleurenspectrum heeft.
In dit venster zijn de volgende acties uit te voeren:
Voeg een vezeltype toe. |
|
Verwijder huidige vezeltype. |
|
Wijzig vezeltype. |
|
Sla de wijzigingen op en sluit het venster. |
|
Annuleer de wijzigingen en sluit het venster. |
Laatst bewerkt: 11-07-2017