Invoeren lijnobject

<< Click to Display Table of Contents >>

Navigation:  Overige schermen > Geografisch >

Invoeren lijnobject

Via deze functie kunt u een traject een kabel, een boring of een combinatie van een traject met een kabel invoeren.

In het scherm geeft u aan op welk kabelwerk de invoer betrekking heeft, op welke datum de invoer daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en door welk installatiebedrijf de invoer is uitgevoerd. Standaard staan hier de gegevens die u de laatste keer gebruikt hebt.

 

In het scherm staan begin- en eindpunt van het traject, de kabel of de boring genoemd.

 

clip1165 Invoer traject

Bij een nieuw traject wordt de trajectnaam door Cocon gegenereerd. Zelf kunt u de status van het traject opgeven. Er kan ook worden opgegeven dat een traject bedoeld is voor koperkabels zoals kabels met dubbeldraden of coax-kabels.

Zodra u de gegevens hebt opgegeven en op de knop "OK" hebt geklikt, verschijnt het scherm "Overzicht buizen", waarin u een of meerdere buizen invoert.

Het is mogelijk om de precisie van het traject vast te leggen. Dit wil zeggen dat er wordt vastgelegd hoe nauwkeurig de objecten zijn ingetekend. Met de opgegeven maat wordt in meters de maximale afwijking aangegeven.

 

clip1164 Invoer kabel

Bij een nieuwe kabel geeft u de naam van de kabel op. U kunt kiezen uit de lijst met kabelnamen welke via het scherm labelaanvraag gereserveerd zijn voor dit project of u geeft een nieuwe kabelnaam op. De naam van de kabel kan ook uniek bepaald worden door de button clip0392. De naam zal beginnen met het opgegeven karakter in het naast de knop gelegen veld.

clip1166 Invoer traject + kabel

In dit venster voert u beide bovenstaande uit.

clip1167 Invoer gestuurde boring

Bij een nieuwe gestuurde boring geeft u de naam van de boring op. Standaard wordt in dit veld de letters 'GB', gevolgd door een volgnummer opgegeven. Deze standaard waarde kunt u overschrijven. Zodra een lijnobject wordt opgeslagen, wordt het door Cocon geschoond. Hierbij worden een aantal punten, welke vrijwel exact op een lijn liggen vervangen door twee punten. Punten welke zeer dicht bij elkaar liggen, worden vervangen door één punt. Deze manier van schonen, leidt tot een kleinere omvang van de database en tot snellere toegang tot de geografische objecten.

 

Wanneer een kabel met traject tegelijk wordt ingevoerd kan er een status meegegeven worden. Wanneer deze twee objecten een afwijkende status hebben dan zal Cocon dit aangeven en vragen of dit gewenst is.

 

Het is ook mogelijk om een bijzondere boring zoals een riool of gootsysteem in te voeren. In het geval van 'bijzondere boringen'  kan de servicedesk van Speer IT deze waarden toevoegen aan de database. Deze objecten kunnen door het aangeven van een diameter een bepaalde breedte in de kaart tonen. Deze bijzondere objecten kunnen nooit een andere status dan 1 krijgen bij het invoeren, en kunnen niet worden 'gereserveerd voor opheffen'.

 

 

 

 


Laatst bijgewerkt: 20-07-2017

LogoSpeerIT

CoconLogoWitKlein

© Speer IT B.V. 1999-2018