Dit scherm toont de buizen in een traject.
Het scherm wordt aangeroepen vanuit het geografisch scherm, door bij een traject te kiezen voor Details of Wijzigen. Ook wordt het aangeroepen, nadat een nieuw traject aangemaakt is.
In het bovenste deel van het scherm kunt u een aantal zaken betreffende de installatie en de start- en eindlocatie wijzigen. Dit kan alleen maar, indien u voor Wijzigen hebt gekozen.
Door op de button te drukken is er een mogelijkheid om
In het onderste deel van het scherm geeft u de buizen in het traject op. Per buis kunnen een aantal gegevens opgegeven worden.
In de kolom kabelnaam kan de kabel opgegeven worden welke in de buis loopt. Als u op dit veld klikt wordt een lijst geopend, waarin alle kabels staan, welke in de buis zouden kunnen lopen.
Dit wordt bepaald op grond van de ligging van die kabels ten opzichte van de buis. De mate waarin deze ligging overeenkomt, wordt aangegeven met een percentage.
Een percentage van 100% geeft aan dat de ligging exact overeenstemt. Op deze manier kunt u snel de juiste kabel in de juiste buis invoeren.
Vanuit dit scherm kunnen de volgende acties uitgevoerd worden op het grid.
|
Met de knop "Toevoegen" of de toets 'Insert' zal er een buis toegevoegd worden. Het nummer van de buis zal 1 hoger zijn dan het vorige buisnummer. |
|
Voeg een buis toe en houd het buisnummer hetzelfde als de geselecteerde regel. |
|
Verwijder de geselecteerde regel. |
|
Gegevens opslaan zonder het scherm te sluiten. |
|
Kopieer buizen van het laatst ingevoerde traject naar dit traject. Omdat buizen vaak over meerdere locaties lopen, kunt u op deze manier snel traject met buizen over meerdere locaties invoeren. |
|
Vul de geselecteerde buis met een subduct systeem. Indien voor een toekomstige situatie gekozen wordt (checkbox gevuld in de button “Vul Buis”) zal de huidige buis voor opheffen gereserveerd worden indien deze in dienst is en niet gevuld met een kabel. Indien er wel een kabel gekoppeld is, en men kiest voor het niet verplaatsen van deze kabel, zal de buis niet worden opgeheven, maar wordt het subduct systeem toegevoegd aan de buis, zodat de buis gevuld is met een losse kabel en een subduct systeem. Het subduct systeem wordt wel toekomstig geplaatst.
|
|
Door deze optie aan te vinken wordt de kabel overal waar dat kan in de geselecteerde buis gelegd, wanneer de buisnaam overeenkomt binnen het traject. |
|
Door deze optie aan te vinken wordt de voorgaande relatie eerst verwijdert alvorens de kabel in een buis geplaatst wordt. |
|
Alle beschikbare kabels worden gekoppeld aan de buizen, op de geselecteerde volgorde: Lengte oplopend/aflopend, Adres oplopend/aflopend. Let op: Hiermee worden alle aanwezige kabels herschikt. |
|
De aangebrachte wijzigingen in het scherm worden opgeslagen en sluit het venster. |
|
De aangebrachte wijzigingen in het scherm worden niet opgeslagen en sluit het venster. |
In dit scherm kunnen tevens de volgende overige acties uitgevoerd worden:
|
Toon het scherm met de gekoppelde buizen, van de geselecteerde regel |
|
Toon de gehele verbinding, van de geselecteerde regel, in de geografie |
|
Toon een schematisch overzicht in Excel |
|
Zet de lengte van het geselecteerde traject uit in de geografie. Indien de knop ingedrukt wordt naast een van beide locaties, wordt de daarna ingevoerde lengte via het geselecteerde traject, vanaf die locatie, uitgezet. |
|
Open het gekoppelde bestand |
|
Toon de historie van de buizen in dit traject. |
|
Toon de historische ligging van de dit traject. |
|
Exporteer de gegevens naar een Excel bestand. |
|
Refresh het geoscherm. |
|
Indien u op deze manier te werk gaat, worden de kabels in de buizen ook gekopieerd naar het nieuwe traject. U dient er op te letten dat u, indien nodig, de naam van de kabels wijzigt.
|
Laatste bewerkt: 20/07/2017
|
|
© Speer IT B.V. 1999-2018 |
