Wijzig geografie

<< Click to Display Table of Contents >>

Navigation:  Registreren >

Wijzig geografie

Vanuit dit scherm kunt u wijzigingen aanbrengen in de geografie. Dit scherm bevat tevens alle functionaliteit om het netwerk te bekijken. Informatie over de raadpleeg functies vindt u in het scherm "Raadplegen geografisch scherm".

In dit helpscherm wordt de functionaliteit voor het wijzigen van de geografie behandeld.

 

warning

Alleen voor grote Cocon omgevingen zal eerst in de geografie gekozen moeten worden dat men objecten wil invoeren/ wijzigen.
Geef in de map een rechtermuis klik. Kies nu voor "Open map voor wijzigen". Nadat de wijzigingen zijn gemaakt zal de map weer afgesloten moeten worden.
Geef een rechtermuis klik in de map en kies voor de optie "Sluit map voor wijzigen".
De wijzigingen die gemaakt zijn zullen pas na een uur zichtbaar zijn in de geografie tenzij de map wordt gerefreshed. Let op: Dit kost veel tijd.

 

 

Invoer nieuwe objecten:

clip0568

Gebouw aanmaken.

De cursor wordt gewijzigd in frmmap69. Met de muis tekent u nu de contouren van het gebouw. Uiteindelijk moet u weer uitkomen op het punt, waar u begonnen bent met tekenen, waarna u met de muis klikt. Vervolgens verschijnt het scherm "Invoeren gebouw" waar u de gegevens van het gebouw op kunt geven.

warning

Geef een gebouw altijd minimaal 4 punten. Indien het gebouw minder punten bevat en het eerste en laatste punt liggen over elkaar of vlak bij elkaar, dan kan dit leiden tot een foutmelding.

clip0570

Afwerkeenheid aanmaken.

De cursor wordt gewijzigd in frmmap69. U wijst de plek aan waar de afwerkeenheid moet komen en klikt hier, waarna het scherm "Invoeren afwerkeenheid" getoond wordt, waar u de gegevens van de afwerkeenheid in kunt voeren.

clip0571

Accesspoint aanmaken.

De cursor wordt gewijzigd in frmmap69. U wijst de plek aan waar het accesspoint moet komen en klikt hier, waarna het scherm "Invoeren puntobject" getoond wordt, waar u de gegevens van het accesspoint in kunt voeren.

clip0572

Enclosure aanmaken.

De cursor wordt gewijzigd in frmmap69. U wijst de plek aan waar de enclosure moet komen en klikt hier, waarna het scherm "Invoeren puntobject" getoond wordt, waar u de gegevens van de enclosure in kunt voeren.

Een enclosure moet altijd getekend worden in een bestaand accesspoint. Klikt u niet in een bestaand accesspoint, dan wordt dit gemeld.

clip0573

Accesspoint en enclosure aanmaken.

De cursor wordt gewijzigd in frmmap69. U wijst de plek aan waar het accesspoint en de enclosure moeten komen en klikt hier, waarna het scherm "Invoeren puntobject" getoond wordt, waar u de gegevens van het accesspoint in kunt voeren.

clip0574

Opslag liggende kabel tekenen.

Dit kunt u alleen doen, als u eerst een kabel of traject selecteert en vervolgens kiest voor het knippen van een kabel of traject, met de knop clip0580. Tevens kunt u een opslag liggende kabel alleen invoeren in een accesspoint.

Daarna kiest u voor de knop clip0574, wijst u de plek aan waar de opslag liggende kabel moet komen en krijgt u het scherm "Knip lijn" in beeld waar u de gegevens van de opslag liggende kabel kunt invoeren.

Indien u een opslag liggende kabel wilt tekenen, inclusief accesspoint, kies dan voor de knop clip0575.

clip0575

Accesspoint inclusief een opslag liggende kabel kabel tekenen.

Dit kunt u alleen doen, als u eerst een kabel of traject selecteert en vervolgens kiest voor het knippen van een kabel of traject, met de knop clip0580.

Daarna kiest u voor de knop clip0575, wijst u de plek aan waar het accesspoint en de opslag liggende kabel moet komen en krijgt u het scherm "Knip lijn" in beeld waar u de gegevens van het accesspoint en de opslag liggende kabel kunt invoeren.

clip0576

Traject tekenen.

U dient het traject te laten starten en eindigen in een accesspoint of gebouw. U klikt het startpunt aan, trekt de lijn naar het eerste punt waar het traject buigt, klikt daar weer en gaat zo door totdat het eindpunt is bereikt. U klikt vervolgens op het eindpunt waarna het scherm "Invoeren lijnobject" verschijnt.

clip0577

Kabel tekenen.

Een kabel dient te lopen van een afwerkeenheid of enclosure naar een andere afwerkeenheid of een enclosure.  U klikt het startpunt aan, trekt de lijn naar het eerste punt waar de kabel buigt, klikt daar weer en gaat zo door totdat het eindpunt is bereikt. U klikt vervolgens op het eindpunt waarna het scherm "Invoeren lijnobject" verschijnt.

Vaak dient een kabel over een bestaand traject getekend te worden. Als het traject complexe contouren heeft, kan het exact volgen van het traject lastig en tijdrovend zijn. Cocon biedt hiertoe de snapfunctie, welke u in staat stelt om alleen het start- en eindpunt aan te geven en de kabel vervolgens automatisch de contouren van het traject laten volgen. Hiertoe houdt u eerst de Shifttoets ingedrukt, daarna wijst u het beginpunt van het traject aan en terwijl u de Shifttoets ingedrukt houdt, wijst u het eindpunt van het traject aan. Als u dan klikt zullen de contouren van de kabel exact overeenkomen met die van het traject. Dit zal alleen maar werken indien u de snapfunctie heeft geactiveerd. Dit doet u met de clip0647 knop of de toets 'S'.

clip0578

Traject inclusief kabel tekenen.

Een traject met kabel dient te lopen van een afwerkeenheid naar een andere afwerkeenheid of een accesspoint. U klikt het startpunt aan, trekt de lijn naar het eerste punt waar het traject buigt, klikt daar weer en gaat zo door totdat het eindpunt is bereikt. U klikt vervolgens op het eindpunt waarna het scherm "Invoeren lijnobject" verschijnt.

clip0579

Gestuurde boring tekenen.

Een gestuurde boring mag vrij in de geografie getekend worden. U klikt het startpunt aan, trekt de lijn naar het eerste punt waar de boring buigt, klikt daar weer en gaat zo door totdat het eindpunt is bereikt. U dubbelklikt vervolgens op het eindpunt waarna het scherm "Invoeren lijnobject" verschijnt.

clip0580

Bestaande kabel of bestaand traject knippen.

Het bestaande object wordt op de plaats van de knip, opgedeeld in twee nieuwe objecten.

Indien u een object wilt knippen, klikt u eerst op deze knop, waarna u dient aan te geven op welke manier u de knip wilt maken. U kunt een knip maken door op de plaats van de knip een accesspoint, enclosure of opslag liggende kabel te tekenen. Hiervoor klikt u op een van de volgende knoppen: clip0571, clip0572, clip0573, clip0574 of clip0575. Daarna klikt u op de plek van de kabel of traject waar u de knop wilt maken, waarna het scherm "Knip lijn" verschijnt.

Een traject kunt u alleen knippen door het plaatsen van een accesspoint.

Mocht er een slack aanwezig zijn en er word gekozen om deze te knippen. Dan zal de vraag verschijnen of de slack vervangen moet worden voor een enclosure.

clip0581

Kabelwerk tekenen.

De cursor wordt gewijzigd in frmmap69. Met de muis tekent u nu de contouren van het gebied. Uiteindelijk moet u weer uitkomen op het punt, waar u begonnen bent met tekenen, waarna u met de muis klikt. Vervolgens verschijnt het scherm "Invoeren, wijzigen verwijderen kabelwerk" waar u de gegevens van het gebied op kunt geven.

Routes worden gebruikt om later per route allerlei tellingen te rapporteren.

clip0582

Route tekenen.

De cursor wordt gewijzigd in frmmap69. Met de muis tekent u nu de contouren van de route. Uiteindelijk moet u weer uitkomen op het punt, waar u begonnen bent met tekenen, waarna u met de muis klikt. Vervolgens verschijnt het scherm "Beheren routes" waar u de gegevens van de route op kunt geven.

clip0583

Geblokkeerd gebied tekenen.

De cursor wordt gewijzigd in frmmap69. Met de muis tekent u nu de contouren van het geblokkeerd gebied. Uiteindelijk moet u weer uitkomen op het punt, waar u begonnen bent met tekenen, waarna u met de muis klikt. Vervolgens verschijnt het scherm "Beheren geblokkeerde gebieden" waar u extra informatie kunt opgeven van het geblokkeerde gebied.

clip0584

Vergunningsgebied tekenen.

De cursor wordt gewijzigd in frmmap69. Met de muis tekent u nu de contouren van het vergunningsgebied. Uiteindelijk moet u weer uitkomen op het punt, waar u begonnen bent met tekenen, waarna u met de muis klikt. Vervolgens verschijnt het scherm "Beheren vergunningen" waar u de detail informatie kunt opgeven van de vergunning.

 

Tijdens het tekenen van objecten in de geografie, is het mogelijk om m.b.v. het wieltje op een WheelMouse, in en uit te zomen. Dit kan terwijl er getekend wordt.

warning

Het in en uit zomen met een WheelMouse tijden het invoeren van objecten is alleen mogelijk vanaf MapInfo versie 7.8

 

 

Wijzigen geografie

clip0585

Selecteer te wijzigen object.

U dient hierbij eerst aan te geven welke soort object u wilt selecteren. Dit doet u met een van de knoppen clip0568, clip0570, clip0571, clip0572, clip0581, clip0582, clip0576 of clip0577.
Als een object geselecteerd is (herkenbaar aan de zwarte blokje op de vier hoekpunten), kunt u het verplaatsen. Met de knoppen clip0611 en clip0612, kunt u de contouren van het object wijzigen.

Heeft u moeite met het op deze wijze selecteren van een object, gebruik dan de Highlight optie, door vanuit de lijst met objecten met de rechtermuisknop te klikken op het object.

clip0611

Wijzig contouren object.

Wijs eerst het object aan (eventueel door eerst op de knop clip0270 te klikken) en klik dan op deze knop. U kunt nu de punten, waaruit het object is opgebouwd, verplaatsen. Met de knop clip0612 kunt u ook nieuwe punten toevoegen. Met deze 2 knopen samen, kunt u de contouren van het object volledig bepalen.

Alleen gebouwen, afwerkeenheden, kabelwerken, trajecten en kabels kunnen op deze manier gewijzigd worden. Voor puntobjecten (accesspoints en enclosures) kan dit niet.

clip0612

Uitbreiden aantal punten waaruit object is opgebouwd.

U geeft eerst aan welke soort object u wilt wijzigen, waarna u het object selecteert. Hierna klikt u op de knop clip0611, om aan te geven dat u de contouren wilt wijzigen. Daarna klikt u op deze knop. Nu kunt u met de muis het punt in het object aanwijzen waar een punt dient te worden toegevoegd. Dit punt dient altijd aan de buitenzijde van het object te liggen.

Alleen gebouwen, afwerkeenheden en kabelwerken kunnen op deze manier gewijzigd worden.

clip0608

Plaats geselecteerde object in Windows klembord. clip0606 Plak kopie object in geografisch scherm.

warning

Wees voorzichtig met deze functionaliteit. Er wordt een exact kopie van het object gemaakt, zowel voor wat betreft de geografische als de non-geografische informatie. Als u deze informatie in het nieuwe object ongewijzigd laat en vervolgens de gegevens opslaat, leidt dit tot een foutmelding. U dient eerst de identificatie van het nieuwe object te wijzigen. Dit doet u door het nieuwe object te selecteren en op de knop clip0610 te klikken. In het informatiescherm dat dan verschijnt kunt u het veld object-ID wijzigen in een ID, welke nog niet bestaat.

In de regel wordt deze actie alleen uitgevoerd door de technisch applicatiebeheerder.

Wilt u toch een object kopiëren, dan kunt u het beste een nieuw object aanmaken op de conventionele manier.

 

clip0606

Plakken object, dat zich in het Windows klembord bevindt, in het geografisch scherm.

Het nieuwe object zal geplaatst worden op de locatie van het oorspronkelijke object. Vervolgens kunt u het met de muis verplaatsen.

warning

Voor deze actie geldt dezelfde waarschuwing als hiervoor genoemd.

clip0607

Maatvoering invoeren of wijzigen.

Om de maatvoering in te voeren klik op het start punt en klik op het eindpunt. Nu kan ook de hulplijnen gegenereerd worden. Door een derde (dubbel) klik te geven naar welke kant de hulplijnen gegenereerd moet worden.

Om de maatvoering te wijzigen moet er ook gekozen worden voor de button clip0609. Als deze ook is geselecteerd kan de maatvoering verplaatst/ aangepast worden.

De maatvoering inclusief de hulplijnen kan verwijderd worden als de maatvoering is geselecteerd en voor de "d" toets word gekozen. Als men de "del" toets kiest dan zal alleen het geselecteerde verwijderd worden.

clip0605

Knip ongedaan maken.

Hiermee maakt u een bestaande knip in een kabel of traject ongedaan en voegt vervolgens de kabel of traject samen. Hiertoe moet eerste geselecteerd worden welke layer gewijzigd moet worden in de geografie (kabels of trajecten). Hierna worden de samen te stellen kabels (maximaal 2) of trajecten geselecteerd met behulp van de Shift toets ingedrukt te houden. Hierna wordt op de knop clip0605 gedrukt. Deze functie werkt zowel voor het verwijderen van een accesspoint (bij trajecten) als een enclosure en slack (bij kabels). Als een slack overbodig is geworden, wordt deze automatisch mee verwijderd. Een accesspoint en een enclosure moeten, als ze niet meer nodig zijn, handmatig verwijderd worden.

clip0586

Wijzig de laag Gebouw.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wijzigen van een laag houdt in dat u bestaande objecten in deze laag kunt wijzigen en nieuwe objecten kunt aanmaken.

Zodra u wijzigingen hebt aangebracht en u wilt een andere laag wijzigen, wordt gevraagd of de wijzigingen opgeslagen dienen te worden. U kunt dus steeds maar in een laag tegelijk wijzigingen aanbrengen.

clip0587

Wijzig de laag Afwerkeenheid.

clip0588

Wijzig de laag Accesspoint.

clip0589

Wijzig de laag Enclosure.

clip0590

Wijzig de laag Kabelwerk.

clip0591

Wijzig de laag Route.

clip0592

Wijzig de laag Geblokkeerd gebied.

clip0593

Wijzig de laag Vergunningen.

clip0594

Wijzig de laag Traject.

clip0595

Wijzig de laag Kabel.

clip0596

Wijzig de laag Opslag liggende kabel (slack).

clip0603

Wijzig teken laag

clip0604

Wijzig de label van het geselecteerde teken object

clip0597

Wijzig de laag met gestuurde boringen

clip0598

Gebruik deze knop om het wijzigen van een bepaalde laag weer uit te zetten.

clip0599

Loop het volledige traject van de kabel door waarbij de mogelijkheid bestaat de kabel te plaatsen in alle betrokken trajecten. Hiervoor wordt het scherm "Invoeren relatie kabel/buizen" geopend.

clip0600

Maak de laatste wijziging ongedaan.

U kunt op deze wijze alleen de laatste wijziging ongedaan maken. Wilt u alle wijzigingen ongedaan maken, klik dan op een van de knoppen clip0598 of clip0602 en beantwoord de vraag of de wijzigingen dienen te worden opgeslagen ontkennend.

clip0601

Sla de aangebrachte wijzigingen op. Er wordt eerst nog om een bevestiging gevraagd, voordat de wijzigingen opgeslagen worden.

Eenmaal opgeslagen wijzigingen zijn niet ongedaan te maken, behalve door met de hand de wijzigingen terug te draaien.

Als er geen wijzigingen worden gemaakt in de geografie en wel objecten zijn geselecteerd dan zal er gevraagd worden of deze objecten aan een kabelwerk toegevoegd moeten worden. Op deze wijze kunnen geografische objecten bij een of meerdere kabelwerken betrokken worden zonder ze te wijzigen

 

 

Vergelijk geografie

Dit onderdeel verschijnt alleen maar als er een vergelijking tussen CAD bestanden en de Cocon buis laag uitgevoerd is.

clip0615

Lees CAD bestanden in welke vergeleken dienen te worden met de Cocon geografie.

clip0618

Voer vergelijking uit.

clip0619

Cocon buis laag aan- en uitzetten.

clip0614

Laag met de geïmporteerde layers aan- en uitzetten.

clip0613

Laag welke de overlap tussen de geïmporteerde layers en Cocon laat zien aan- en uitzetten.

clip0616

Sluiten alle geïmporteerde lagen en de laag met de overlap.

clip0617

Dit onderdeel sluiten. Hierna verschijnt het onderdeel waarbij u nieuwe objecten kunt invoeren weer.

 

 

Divers

clip0599

Hiermee kan de geografie van een of meer geselecteerde lijnen geadapteerd worden door een bestaand Coconobject. Selecteer eerst welk soort object gewijzigd wordt door middel van de button aan te klikken bij de button reeks van wijzig geografie, selecteer daarna de lijnen waar je naar toe wilt adapteren. Zijn het meerdere lijnen dan moet men de Shift toets ingedrukt houden. Druk op de adapteer knop, hierna komt een scherm met alle mogelijke objecten die de nieuwe, samengestelde contouren kunnen krijgen. Selecteer alleen de gewenste objecten en geef OK. Deze actie kan gedaan worden voor kabels, trajecten en gebouwen.

Indien u op deze manier 2 of meer trajecten geselecteerd hebt, wordt u tevens de vraag gesteld of u deze trajecten wilt samenvoegen tot één traject.

clip0618

Indien er tijdens deze sessie van Cocon een vergelijking met CAD bestanden is uitgevoerd, zal dit knopje zichtbaar zijn. Met dit knopje kunt u de vergelijking opnieuw uitvoeren, bijvoorbeeld nadat u wijzigingen in de geografie uitgevoerd hebt.

clip0620

Met deze knop wordt de geografische informatie van de getoonde objecten opnieuw uit de database gehaald.

Als er wijzigingen zijn aangebracht, wordt gevraagd of u deze wijzigingen wilt opslaan.

Eerst verschijnt er de vraag of alle relevante tabellen vernieuwd moeten worden. Bij een "Ja" dan worden alle tabellen vernieuwd. Bij een "Nee" dan verschijnt een venster, waarin alle lagen van het geografisch scherm getoond worden. U kunt aangeven dat u de informatie van een of meerdere lagen opnieuw wilt ophalen.

 

 

FTTH (Fiber To The Home)

Invoer

clip0621

Invoeren DP- gebied

 

clip0622

Invoeren adrespunt

 

clip0571

Invoeren accesspoints voor geselecteerde DP- gebieden

 

clip0572

Invoeren enclosure voor geselecteerde DP- gebieden

 

clip0623

Ontwerp netwerk voor geselecteerde DP- gebieden

 

clip0624

Invoeren nieuwe geul

 

clip0625

Ontwerp FTTH project

Wijzig

clip0626

Wijzigen DP- gebied

 

clip0627

Wijzig netwerk voor geselecteerde DP- gebieden

 

clip0628

Wijzigen adrespunt

 

clip0629

Selecteer (meerdere) adrespunten

 

clip0630

Wijzigen adres opmerking

 

clip0631

Reorganiseer adressen

Divers

clip0632

Automatisch indelen van het AP gebied

 

clip0633

Doorrekenen geselecteerd project op DP- gebieden

 

clip0634

Genereer huisaansluitschetsen

 

clip0635

Verwijder ontwerp voor geselecteerde DP- gebieden

 

clip0636

Verwijderen adrespunt

 

clip0637

Toon de laag met adrespunten

 

clip0638

Pas de bestaande geul aan naar te tekenen geul

 

clip0639

Verplaats adrespunten naar de gevel van de woning

 

clip0640

Importeer een tekening bestand

 

clip0641

Genereer AutoCAD bestanden

 

clip0645

Corrigeer geul naar CAD-bestand

 

clip0642

Toon de getekende geul in Google Earth

 

clip0643

Print FTTH project

 

clip0644

FTTH Opties

 

clip1331

Genereer boomboringen

Voor meer informatie zie: Invoeren boomboringen

 

Voor een uitgebreide helpfile over het FTTH gedeelte klik hier.

warning

Op een groot aantal plaatsen in Cocon wordt gezocht met een wildcard, dat houdt in dat alles gevonden wordt met de opgegeven string, zolang de opgegeven string voorkomt (mogelijk als deel) in de doorgezochte waarden. Er kan een wildcard aan het begin of het einde van de zoekstring opgegeven worden door het "|"(pipe)-teken. De consequentie hiervan is dat alleen een waarde gevonden wordt als deze geheel (aan de voor en/of achterkant) voorkomt.

 

 

Acties in de lijst met objecten

De lijst met objecten, linksonder in het scherm, wordt gevuld door met de knoppen clip0609 of clip0646 een of meerdere objecten te selecteren. U kunt nu op de rechtermuistoets klikken, waarna u een aantal mogelijkheden te zien krijgt, welke specifiek met wijzigen te maken hebben. De andere mogelijkheden staan in het scherm "Raadplegen geografisch scherm" beschreven.

 

Wijzigen

Hiermee wordt het scherm voor het wijzigen van het aangewezen object geopend.

De gegevens van alle objecten, behalve opslag liggende kabels en kabelwerken, zijn te wijzigen.

Indien u niet geautoriseerd bent om de gegevens van het object te wijzigen, wordt er alleen een overzichtsscherm getoond.

Markeren

Geef een andere kleur aan het geselecteerde object, waardoor deze extra opvalt.

De-markeren

Verwijder de markering van het geselecteerde object.

Verschuif object

Oriëntatiemogelijkheden Links: -x / Rechts: x

Objecten kunnen naast horizontaal ook verticaal verschoven worden. Door een letter V te plaatsen voor het getal wijzigt de functie 'Verschuif object' de richting naar Verticaal.

Boven: Vx / Beneden: V-x

Reserveren opheffing

Hiermee geeft u het aangewezen object de status "Gereserveerd voor opheffing", via het scherm "Reserveren opheffing".

De daadwerkelijke opheffing van dit object vindt plaats via het scherm "Bevestig/annuleer project".

Vervang door opslag liggende kabel
{alleen bij frames en enclosure}

Vervangen van een frame of enclosure door een slack. Alle kabels naar het frame of de enclosure worden daarop aangepast (ontkoppeld van frame of enclosure). Het frame of enclosure zal verwijderd worden. Alle kabeleinden die eindigen in de enclosure of frame zullen een slack krijgen.

Als actie slechts voor 1 kabel gewenst is of het frame of de enclosure mag niet verwijderd worden, dient men vooraf eerst de te wijzigen kabel in de geografie geselecteerd te hebben.

Herinrichten accesspoint {alleen bij accesspoint}

Het overzichtelijker presenteren van de inhoud van een handhole. Als er meerdere enclosures zich in een handhole bevinden worden de enclosures naast elkaar gepresenteerd.

Alle enclosures en slacks centreren {alleen bij accesspoint}

Hiermee worden alle enclosures en slacks gecentreerd in de handhole.

Koppel buizen
(alleen bij accesspoints)

Hiermee kunnen lassen van buizen en subducts toegevoegd worden. Er moet op dat moment een accesspoint geselecteerd zijn. Het scherm "Koppel buizen" wordt hierbij geopend.

Omleggen buizen
(alleen bij accesspoints)

Hiermee heeft u de mogelijkheid om een of meer buizen die volgens het systeem via een handhole lopen, buiten de handhole om te laten lopen. Hiertoe worden aan beide zijden van de handhole de bewuste trajecten en buizen geselecteerd en wordt daarop een nieuw traject gecreëerd. Het scherm "Omleggen buizen" wordt hierbij geopend.

Wijzigen locatie frame (alleen bij frames)

Hiermee heeft u de mogelijkheid om de locatie van een frame te wijzigen. Op deze manier verplaatst u de frame naar een andere locatie.
Het scherm Invoeren/wijzigen gebouw of afwerkeenheid wordt hiervoor aangeroepen.

Bepaal traject
{alleen bij kabels}

Cocon controleert de bestaande relatie van trajecten middels een overlap.
Indien de overlap 6 meter (of meer) korter is dan de lengte van het traject, komt de vraag of die relatie verwijderd moet worden.

Adapteer kabel (deel) {alleen bij kabels}

Met deze functie kan de geografie van het traject waar (het geselecteerde deel van) de kabel doorheen loopt overgenomen worden. De kabel moet minimaal een overlap hebben van 95% met een buffer van 5 meter om het traject heen. D.w.z. dat het traject voor 95 % binnen een afstand van 5 meter van de kabel af moet liggen. Daarnaast moet de kabel gerelateerd zijn aan een buis in het traject.

Ontwerp FTTH
(alleen bij dp gebied)

Met deze functie kan er voor het geselecteerde dp gebied het FTTH ontwerp gegenereerd worden.

Verwijderen

Hiermee verwijdert u het object, via het scherm "Verwijderen object".

Opschonen

Hiermee kan een traject of kabel opgeschoond worden. Tijdens dit opschonen worden alle punten die dichter bij elkaar liggen dan een opgegeven tolerantie verwijderd, tevens wordt van drie punten die bijna (afhankelijk van tweede tolerantie) op een lijn liggen, de middelste verwijderd. Deze actie leidt naar het scherm "Opschonen Traject/Kabel".

 

 

Overige acties

Control

Mocht er tijdens het tekenen de Control toets worden ingedrukt dan kan er eenvoudiger hoeken van 45 en 90 graden getekend worden.

Control-s

Sla de aangebrachte wijzigingen op. Er wordt eerst nog om een bevestiging gevraagd, voordat de wijzigingen opgeslagen worden.

Eenmaal opgeslagen wijzigingen zijn niet ongedaan te maken, behalve door met de hand de wijzigingen terug te draaien.

Control-l

Alle labels worden zichtbaar van de layers kabels, trajecten, accesspoints, enclosures en frames.

Control-o

Alle zichtbare labels worden verwijderd uit de geografie.

Control-c

Wanneer er een object is geselecteerd, kopieert u een object.Voor meer informatie kijk bij de tweede tabel (Wijzig geografie) naar de functie omschrijving van Kopieer clip0608

Control-v

Wanneer er kopie is gemaakt van een object, kunt u een identiek object plakken.
Voor meer informatie kijk bij de tweede tabel (Wijzig geografie) naar de functie omschrijving van Plakken clip0606

Control-m

Open de layer control

Delete

Verwijdert het object uit het geografisch scherm.

warning

 

Gebruik deze functie alleen maar als u met de functies kopiëren en plakken een nieuw object hebt aangemaakt, dat u nog niet hebt opgeslagen.

Als u een bestaand object op deze manier verwijdert, wordt het alleen uit de geografische database verwijderd, de gegevens in de non-geografische database blijven echter bestaan. Dit leidt onherroepelijk tot problemen in de database.

 

 

 


Laatst bewerkt: 30-03-2018

LogoSpeerIT

CoconLogoWitKlein

© Speer IT B.V. 1999-2018