Invoeren/wijzigen puntobject

<< Click to Display Table of Contents >>

Navigation:  Overige schermen > Geografisch >

Invoeren/wijzigen puntobject

Via dit scherm kunt u een nieuw puntobject (accesspoint of enclosure) toevoegen aan de geografie en u kunt de gegevens van een bestaande puntobject wijzigen.

U roept dit scherm op vanuit het scherm "Wijzigen geografie".

 

In het scherm geeft u aan op welk kabelwerk de wijziging betrekking heeft, op welke datum de wijziging daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en door welk installatiebedrijf de wijziging is uitgevoerd.

Standaard staan hier de gegevens die u de laatste keer gebruikt hebt. Verder geeft u de naam en het type van het puntobject op.

De naam van het puntobject kan ook uniek bepaald worden door de button clip0392. De naam zal beginnen met de opgegeven karakters in het naast de knop gelegen veld.

 

clip1170 Accesspoint

Bij het invoeren van een accesspoint kan de diepte in centimeters aangegeven worden in het veld diepte en tevens of de accesspoint zichtbaar is of niet. Als de bovenkant van de accesspoint onder het maaiveld bevind dan moet dit bijvoorbeeld aangegeven worden met de waarde -30. Bevind de bovenkant van het accesspoint op 20 centimeter boven het maaiveld dan zal de waarde 20 ingegeven moeten worden.

 

Het is mogelijk om de precisie van het accesspoint vast te leggen. Dit wil zeggen dat er wordt vastgelegd hoe nauwkeurig de objecten zijn ingetekend.

Met de opgegeven maat wordt in meters de maximale afwijking aangegeven.

 

Het symbool waarmee het accesspoint wordt weergegeven in de geografie, is afhankelijk van het type accesspoint.

 

clip1171 Enclosure

Als de detailstatus van een enclosure op "wordt gebouwd" wordt gezet (status=1) dan wordt het enclosure geblokkeerd voor wijzigingen.

clip1172 Accesspoint + Enclosure

Wanneer een accesspoint met enclosure tegelijk wordt ingevoerd kan er een status meegegeven worden. Wanneer deze twee objecten een afwijkende status hebben dan zal Cocon dit aangeven en vragen of dit gewenst is. De x- en y-ordinaat kan handmatig aangepast of ingevoerd worden. Hiermee kan een ingemeten accesspoint eenvoudig op de juiste plaats gelegd worden.

 

 

Jump

Rechts in het scherm is het mogelijk om de 'jump' functie te activeren. Wanneer deze functie is aangevinkt geeft de gebruiker aan dat op de bewuste locatie een kosteloze overstap van van de ene netwerkeigenaar naar de andere gemaakt mag worden. Dit wordt gebruikt bij het automatisch routeren.

 

 

Overige acties die uitgevoerd kunnen worden binnen dit scherm:

clip0801

Toon de historie van het accesspoint / enclosure.

clip0793

Toont het overzicht klant bezetting van alle betrokken kabels.

clip0458

Refresh het geografische scherm.

HHoverzichtexcel

Er wordt een overzicht gegenereerd van alle buizen in en nabij de handhole met de eventuele relaties met kabels en slacks (opslag liggende kabels).

 

 

warning

Indien u een enclosure wilt plaatsen, kan dit alleen maar in een bestaande of gereserveerde accesspoint.

 

 

 


Laatst bewerkt: 20-07-2017

LogoSpeerIT

CoconLogoWitKlein

© Speer IT B.V. 1999-2018